Transfer Pricing op Curaçao: uw huiswerk al af?
“Huiswerk af? Welk huiswerk?”
Als u verantwoordelijk bent voor twee of meer bij elkaar horende vennootschappen en liever geen problemen wil met de belastingdienst, dan zou het zo maar kunnen dat u huiswerk heeft. Dat zit zo.
Met ingang van 2017 heeft de wetgever op Curaçao het onderwerp transfer pricing expliciet in de wet geregeld. De Algemene Landsverordening Landsbelastingen, artikel 43, zegt hierover:
Indien een lichaam (…) deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam en tussen deze lichamen ter zake van hun onderlinge rechtsverhoudingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd, nemen die lichamen in hun administratie gegevens op waaruit blijkt:
- op welke wijze de bedoelde voorwaarden tot stand zijn gekomen en
- waaruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen.
Wat betekent dit en voor wie?
Transfer Prices zijn de gehanteerde prijzen voor diensten, goederen of rechten die gelieerde ondernemingen aan elkaar leveren. Deze prijzen dienen “at arm’s length” te zijn, wat betekent dat de totstandkoming van overeengekomen prijzen tussen bijv. een moedervennootschap en haar dochteronderneming logisch en goed onderbouwd dient te zijn, waarbij geen van beide partijen ten voordele van de andere mag handelen. [Voor het vervolg van dit artikel zal ik 2 of meer gelieerde vennootschappen een ‘groep’ noemen.]
Internationaal worden de OECD Transfer Pricing Guidelines als de norm op dit gebied beschouwd. Deze richtlijnen dienen ertoe bij te dragen dat met name bij internationaal opererende concerns alle landen waarin een concern actief is, een ‘fair share’ van de door het concern te betalen belastingen krijgen. Dat dit in de praktijk niet altijd gebeurt, daar staan de kranten soms vol van.
Ook voor de wetswijziging speelde dit onderwerp al op Curaçao, aangezien diverse bedrijven op bijv. meerdere eilanden van de voormalige Antillen gevestigd zijn en dus met verschillende belastingdiensten dienen af te rekenen.
Daar komt bij dat op Curaçao zelf verschillende winstbelastingtarieven van toepassing zijn. Met andere woorden sommige entiteiten (bijv. “E-zone” of “Export” vennootschappen) worden lager belast dan andere entiteiten. Indien binnen een groep entiteiten met verschillende belastingtarieven voorkomen, speelt de transfer pricing problematiek dus ook op Curaçao zelf. De leiding van deze groep zal immers zoveel mogelijk winst binnen de laag belaste entiteiten willen laten vallen, zodat zijn totale belastingdruk lager wordt. De Curaçaose belastingdienst is hier ongetwijfeld wat minder enthousiast over en zal hier extra op letten nu dit beter is geregeld in de wet.
Typische Curaçaose transfer pricing onderwerpen zijn:
- in rekening te brengen rente voor groepsfinancieringen
- het verdelen van kosten van shared services
- het doorbelasten van Intellectual Property (IP) licenties
De Curaçaose belastingplichtige moet door de aangehaalde wetswijziging nu echter proactief aantonen dat hij over een goed transfer pricing beleid beschikt èn dit consequent toepast; hij moet dus zijn huiswerk op orde hebben; dit doet hij door te documenteren en onderbouwen hoe de interne verrekenprijzen tot stand zijn gekomen en waarom een bepaalde methodiek is gebruikt.
Hoe moet zoiets eruit zien?
De groep dient een transfer pricing beleid uit te werken waarin ten minste het volgende is geregeld:
- een beschrijving van de diverse vormen van transfer pricing die binnen de groep voorkomen
- de resultaten van een uitgevoerde risicobeoordeling, waarbij onder andere aandacht is besteed aan het volume van de interne transacties en het aantal betrokken landen en/of verschillend belaste Curaçaose entiteiten. Hoe meer "bijzonderheden" er zijn, des te meer en uitgebreider zullen de maatregelen moeten zijn die de groep treft om deze te beheersen.
- Uiteenzetting van het transfer pricing model: het expliciet maken van verantwoordelijkheden ten aanzien van implementatie en –monitoring binnen de groep. Hoe worden bijv. de transfer prices jaarlijks vastgesteld en geëvalueerd?
- De uitvoering van specifieke checks & balances: wordt het beleid juist toegepast en zijn de transfer prices conform de vastgelegde regels vastgesteld? Beschikt de organisatie bijv. over betrouwbare, verifieerbare broninformatie? Heeft de organisatie in voldoende mate hard gemaakt en gedocumenteerd dat de interne verrekenprijzen ‘marktconform’ zijn?
Er zal normaal gesproken sprake zijn van een adequaat transfer pricing systeem indien de organisatie deze vier punten goed uitwerkt en naleeft: het risico op problemen met de belastingdienst is dan een heel stuk kleiner geworden.
Sterker nog, het zal ook de onderlinge zakelijkheid en professionaliteit binnen de groep versterken. Het is daarmee zeker niet alleen een fiscaal vraagstuk, maar gaat verder dan dat. Voldoende reden om hier eens goed in te duiken en daar niet te lang mee te wachten.
Geschreven door: drs Walter Blijleven RA, CVA